maandag 23 februari 2015

En dan tegelen!

De tegels zijn geleverd – alle 10.000 stuks! (100m² in tegeltjes van 10x10cm) -, de discussie omtrent zelf doen versus laten doen, en de keuze van het legpatroon (diagonaal of recht) zijn na veel afwegen van pro’s en con’s uiteindelijk achter de rug: We leggen ze zelf en we leggen ze diagonaal. Geen evidente keuze? We zullen zien... We gaan eraan beginnen.

We beginnen met het kleinste kamertje in het huis, kwestie van al eens te kunnen oefenen. En dat lukte aardig. Ok, het ligt niet overal zo recht als we zouden willen, maar oefening baart kunst, weten we uit ervaring, dus beginnen we vol goede moed aan de hal. Zo’n grotere ruimte blijkt al heel wat meer uitdagingen te bevatten: hoekjes en kantjes, rechte en minder rechte muren, voegen, en - zo blijkt ook – stenen. Onze insteek van 1 kamer per dag blijkt al snel veel – en echt veel – te positief ingeschat. Na vier dagen is de hal af… Ondertussen was de wederhelft al in de bureau begonnen – die op zijn beurt weer een stapje groter is dan de hal… En toen we voorbij de helft waren, hebben we besloten een deel maar terug uit te breken wegens toch echt te schots en scheef. Niet bepaald het einde van een weekje vloeren dat we voor ogen hadden. Wat we tijdens dat weekje wel geleerd hebben:
1. Natuursteen is natuursteen. “gecalibreerd” hoort hierbij met een stevige snuif zout genomen te worden. Zowel in de dikte als in de breedte en lengte zit hier variatie in tot wel een halve centimeter. Dat wil zeggen dat je de afstandskruisjes al heel snel achterwege kan laten wegens onbruikbaar. En dat de chape mooi vlak ligt, is leuk, maar als de dikte van je tegels niet gelijk is, heb je daar weinig aan en moet je toch vaak wat extra smeren op de tegels om ze allemaal gelijk te krijgen.
2. Begin niet met te kleine voegen. We hadden voegen van 2mm gekozen, maar al snel bleek dat dat ons niet genoeg speelruimte gaf om de verschillen in afmetingen in de tegeltjes op te vangen. Dus worden het grotere voegen.
3. Om de voegen mooi rechtdoor te laten lopen, vertrouw je niet alleen op je ogen, maar ook op een rechte lat. Deze leg je best elke rij even tegen de lijn tegels om te zien of je niet afbuigt. We dachten eerst lijnen te trekken op de vloer, maar die verdwijnen onder de lijm, dus da’s niet handig.
4. Werk per rij, en niet in hoeken. Hierbij ging het bij ons in ieder geval helemaal de mist in. Ik in de ene hoek, de wederhelft in de andere, en toen we er na een halve dag werk ons oog op wierpen (en de winkelhaak ernaast hielden), bleek dat dat dus niet goed kwam.
5. Kleine tegeltjes leggen, het is een werk van liefde. Je ziet het nauwelijks vooruitgaan. Het neemt dus (ongetwijfeld) meer tijd in beslag dan grote tegels leggen. Iets om rekening mee te houden. Aan de andere kant, een vloer vervang je niet zo vaak, dus loont het misschien toch de moeite om door de zure appel heen te bijten, om dan heel je leven te kunnen genieten van de vloer van je dromen.

Zoals je leest, is het dus nogal een uitdaging om zelf kleine natuurstenen tegeltjes te leggen. "Zot zijn doet geen zeer", zeggen ze dan. Wel, daar zijn wij in elk geval niet meer zo zeker van. Vraag maar aan onze vingers, knieën, schenen, heupen, hamstrings... En dan zijn er nog 7000 tegeltjes te gaan. Onze mantra voor tijdens het tegelen: ’t wordt ne schone vloer!

En dat is wel zo, vinden wij. Echt wel. Getuige de hal:


Maar ’t blijven verdorie veeeel tegeltjes…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Onze grond

Onze grond